Oude Testament

De schepping
Eerst was het helemaal donker en stil. Toen maakte God het licht. En hij maakte nog meer. Dat was het begin,

Abraham en Sara
Abraham woont samen met zijn vrouw Sara in het land dat God hen heeft beloofd. Hij heeft ook beloofd dat zij een kind zouden krijgen, maar het wachten daarop duurt wel heel lang. Als Abraham en Sara heel oud zijn, gebeurt het toch: hun zoon Isaak wordt geboren.

Jakob en Esau
Jakob en Esua zijn tweelingbroers. Esau is de oudste. Hij zal de zegen krijgen van zijn vader en de baas worden van de familie. Maar hun moeder Rebekka heeft een ander plan. Een plan voor Jakob.

Mozes in het biezen mandje
De farao vindt dat er teveel mensen in zijn land wonen die er niet horen. Het worden er steeds meer. Dat wil hij niet meer. Er mogen geen jongetjes meer bij komen. Als Mozes wordt geboren, bedenkt zijn moeder een plan.

De brandende braamstruik
Mozes is een man geworden. Hij woont nu in een ander land. Zijn volk moet hard werken in Egypte. God wil dat Mozes hem helpt de Israëlieten te bevrijden.

Nieuwe Testament

Het verhaal van kerst
Maria verwacht een kindje. Samen met Jozef moet ze op reis. Ze gaan naar Betlehem om hun naam op te laten schrijven. Dat moet van de keizer. In Betlehem is het druk. Er is geen plek meer voor hen in de herberg. Gelukkig mogen ze in de stal slapen.

De storm op het meer
Jezus en zijn vrienden gaan met een boot naar de overkant van het meer. Dan gaat het stormen. De vrienden zijn bang. Jezus maakt dat de storm stopt.

Het schaap dat teruggevonden werd
Een herder zorgt goed voor zijn schapen. Hij brengt ze naar het groene gras. Maar als hij ze ’s avonds weer naar de schaapskooi brengt, is er één schaap weg.

Het verhaal van Pasen
Binnenkort is het feest in de stad. Jezus rijdt er op een ezel naartoe en eet samen met zijn vrienden. Maar er zijn mensen die Jezus dood willen maken. Jezus is bang voor wat er gaat gebeuren.